Het gebouw

Het gebouw

  • Houd bij het ontwerpen van uw bedrijfsgebouw al rekening met het risico op brand(stichting), zeker omdat dit ook een gunstig effect heeft op het voorkomen van inbraak. Vaak is het veel goedkoper om tijdens de bouw of bij een verbouwing/renovatie al preventieve maatregelen te nemen dan achteraf. Vraag hierover advies aan uw verzekeraar, die is u hierbij graag behulpzaam.

Let op: de eisen die de overheid aan uw gebouw stelt, hebben vrijwel uitsluitend betrekking op de veiligheid van personen die in het gebouw of in de directe omgeving daarvan aanwezig zijn. De eisen hebben dus geen betrekking op behoud van het gebouw en daarmee uw onderneming. Die verantwoordelijkheid wordt nadrukkelijker bij u gelegd en daarvoor kunt u een aantal zaken regelen, die hieronder worden beschreven.

Ontwerp

  • Zorg voor zo min mogelijk ruimtes waar een kwaadwillende uit het zicht rustig kan werken. Zorg dat openingen (zoals ramen en deuren) zo min mogelijk aan slecht zichtbare gebieden grenzen.
  • Gebruik bij voorkeur uitsluitend isolatiematerialen die onbrandbaar zijn. Dit verkleint de kans dat een brand die buiten ontstaat, zich naar binnen uitbreidt.
  • Zorg dat derden geen toegang hebben tot de daken van uw gebouw(en). Lichtkoepels en dergelijke zijn vaak kwetsbare punten. Overhangende bomen moeten worden teruggesnoeid. Zorg voor anti-klimbeveiliging rond regenpijpen.
  • Zet containers en ladders vast of binnen.
  • Beveilig trappen buiten het gebouw die toegang bieden tot het dak.

Receptie

Zorg voor separate bezoekerstoiletten in de receptieruimte. Het kan ook handig zijn om hier een vergaderruimte in te richten waar u eenvoudige zaken kunt afwikkelen. Zo voorkomt u dat bezoekers of leveranciers ongewenst toegang krijgen tot uw bedrijf.

content_iStock_16905575klDeuren en ramen

  • Zorg voor een effectief sleutelbeheer. Controleer regelmatig of alle sleutels van deuren en ramen nog aanwezig zijn. Als er sleutels worden vermist, moeten alle sloten worden vervangen.
  • Gebruik bij voorkeur metalen brievenbussen die buiten het gebouw zijn geplaatst, of voorzie de brievenbus in de deur van een metalen bak met deksel, zodat er minder eenvoudig brand kan worden gesticht.
  • Zorg dat ruimtes onder buitendeuren zo klein mogelijk zijn, zodat er geen brandende materialen onderdoor kunnen worden geschoven.
  • Beveilig ramen en daklichten goed tegen inbraak. Daklichten zijn een dankbaar object voor brandstichters, omdat ze de ruimte bieden om brandbare materialen door naar binnen te gooien.

Inbraakmeldinstallatie (IMI)

  • Als de buitenmaatregelen inbrekers niet hebben tegengehouden en ze zijn eenmaal in uw gebouw, dan is het belangrijk dat ze zo snel mogelijk worden ontdekt. Hoewel inbrekers meestal niet uit zijn op brand, stichten ze nog wel eens een brand om sporen uit te wissen. Zorg dus voor een adequaat inbraakalarm, zodat inbrekers en/of brandstichters worden afgeschrikt en u snel op de hoogte bent als ze toch zijn binnengekomen.
  • Zoek voor het installeren van een IMI contact met een BORG-erkende installateur. Deze kan het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van de IMI voor u uitvoeren. Daarnaast is het belangrijk dat het alarm wordt doorgemeld naar een Particuliere Alarm Centrale. Vanuit deze centrale wordt dan actie ondernomen. Vraag om advies bij uw verzekeraar of assurantietussenpersoon.

Brandmeldinstallatie (BMI)

  • Een BMI heeft tot doel een brand in een zo vroeg mogelijk stadium te detecteren en door te melden aan de brandweer of een Particuliere Alarm Centrale. Zorg dat de aanleg gebeurt volgens de NEN2535. Vraag ook hier uw verzekeraar of assurantietussenpersoon om advies.
  • Ook hier geldt dat hoe eerder er actie wordt ondernomen, hoe groter de kans is dat een brand goed kan worden bestreden.

Website by Webroots